Instrument voor veilige en vitale stedelijke gebieden
Rode Dorp, Driebergen en Oudegoedstraat in Deventer zijn typische volksbuurten. Het gebied is in de jaren 20 van de vorige eeuw gebouwd en bestaat uit 3 kleine delen met elk een ander karakter. Driebergen en Oudegoedstraat zijn de afgelopen jaren ingrijpend gerenoveerd. Veel oude woningen zijn gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Daarbij is in veel gevallen ook het Politiekeurmerk Veilig Wonen® toegepast en dat had effect. De politiecijfers laten zien dat delicten als woninginbraak en geweld in Oudegoedstraat en het grootste deel van Driebergen een stuk lager zijn dan in Rode Dorp. In Rode Dorp is de sociale veiligheid wel een punt van zorg. Maar er spelen ook andere problemen. In de buurt heerst veel relatieve armoede. Het grootste deel van de huishoudens moet rondkomen van een laag of zeer laag inkomen en een kwart zit zelfs op of onder het sociaal minimum. Het risico op woninginbraak en vandalisme is in Rode Dorp twee keer hoger dan in de rest van Deventer.
In de ruimtelijke analyse komt het gebied redelijk goed uit de verf. Het gebied ligt in de nabijheid van het stadscentrum en is goed geïntegreerd in het stedelijk netwerk. De belangrijkste routes gaan door de wijk. De meest geïntegreerde straten hebben hoge waarden voor wat betreft vitaliteit. De toegankelijkheid van de hoofdroute Boxbergertraat is hoog. De hoofdroute Enkstraat en veel woonstraten zijn echter niet zo goed verbonden en daardoor kwetsbaarder voor delicten zoals inbraak, geweld en vandalisme. Veel openbare functies zoals speeltuinen en pleinen liggen aan minder toegankelijke straten die slecht zijn verbonden met de rest van de buurt. De zichtbaarheid is op veel plekken in orde. Er zijn echter ook verschillende straten waar de zichtbaarheid laag is omdat er veel blinde muren zijn en woningen met de kopse kant naar de straat staan. Er zijn verschillende onduidelijk routings. Het gebied heeft een sterke plaats identiteit wat onder meer tot uitdrukking komt in de architectuur van de bebouwing. De meeste gebouwen zijn kleinschalige rijtjeshuizen. Het gebied is door het spoor aan de zuidwest kant van haar omgeving afgesneden.
Er zijn duidelijke verbanden tussen de spreiding van criminaliteit en de ruimtelijke kenmerken van de straat segmenten. Woninginbraak vindt voornamelijk plaats in de straten die ver van de hoofdroutes liggen, op plekken waar de zichtbaarheid laag is. Opvallend is dat er in Driebergen nagenoeg geen woninginbraken plaatsvinden, ook al lijkt deze buurt in ruimtelijke zin erg op het Rode Dorp. Dit kan verklaard worden door het niveau van de beveiligingsmaatregelen. In Driebergen zijn de meeste woningen gerenoveerd en beveiligd met het Politiekeurmerk Veilig Wonen®, terwijl het beveiligingsniveau van de huizen in Rode Dorp vrij laag is. Diefstal uit auto’s vindt plaats in de straten dicht bij de hoofdroutes, met name op grote parkeerterreinen. Bedreigingen en ruzies vinden vooral plaats vlakbij de voorzieningen. Daadwerkelijk geweld (mishandeling) vindt echter voornamelijk plaats in de straten die het slechtst met de hoofdroutestructuur verbonden zijn en (mede daardoor) een minder vitaal straatleven en lager niveau van sociale controle kennen. Jongerenoverlast vindt plaats op straten grenzend aan de hoofdroutes, in straatsegmenten met blinde muren. Tot slot, vandalisme vindt voor het grootste deel plaats langs de hoofdroutes, op scholen, in het jeugdcentrum en bij de openbaar vervoer haltes.
De gemeente Deventer is met name geïnteresseerd in aanbevelingen die mogelijk over enkele jaren kunnen worden uitgevoerd. Deze maatregelen zullen vooral een gunstig effect moeten hebben op de vitaliteit van het pilotgebied en het terug dringen van onveiligheid en overlast in met name het Rode Dorp. Om aan deze wens tegemoet te komen, zijn maatregelen voorgesteld die zich richten op het verbeteren van de ruimtelijke potenties voor bedrijvigheid op de hoofdroute en winkelstraat Boxbergerweg en het aanleggen van een doorlopende fietsroute langs het spoor. Bovendien zijn vier verschillende modellen voorgesteld om de toegankelijkheid en verbondenheid van de drie buurten te verhogen. Op inrichtingsniveau, zijn voorstellen gedaan om de zichtbaarheid rond de school, het jeugdcentrum en een aantal van de pleinen en speelplekken in het hele gebied te verbeteren.
Volg ook ons SVS seminar bij het Beccaria Instituut