Zichtbaarheid gaat om ‘zien en gezien worden’. Mensen willen zien en weten wat er in hun omgeving gebeurt en willen erop vertrouwen dat ook anderen dat zien en weten. Zien en gezien worden moet breed worden opgevat. Het gaat ook om ‘horen en gehoord worden’ en om ‘kennen en gekend worden’ (Luten e.a. 2008). Dit heeft alles te maken met toegankelijkheid, verbondenheid en vitaliteit, maar ook met de aanwezigheid van zichtlijnen, verlichting en ‘ogen op de straat’.
Binnen de methode Sociaal Veilige Stedenbouw worden geen metingen verricht van het verlichtingsniveau. Wél wordt (aanvullend op de analyses ten aanzien van vitaliteit) gekeken naar:
- de mate waarin de openbare ruimte op maaiveldniveau in het directe zicht van woonhuizen ligt en waar entrees zich bevinden en
- de mate waarin de openbare ruimte in het directe zicht van voetgangers ligt.